Je eigen huis opeten. Misschien een vreemde gedachte. Gelukkig is de praktijk, door nieuwe regelgeving anders.

De oude regelingen blijven lang in ons geheugen hangen. Bijvoorbeeld de regel dat wanneer iemand op latere leeftijd in een verzorgingstehuis wordt opgenomen hij of zij alle kosten zelf moet betalen totdat al het spaargeld inclusief de waarde van de woning “op” is. Deze regeling bestaat (gelukkig!) niet meer. In deze blog licht ik de nieuwe regeling toe.

Je eigen huis opeten

Eigen bijdrage afhankelijk van je inkomen

Als iemand in een verzorgingstehuis wordt opgenomen dan moet er een eigen bijdrage worden betaald. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van het inkomen van de persoon die wordt opgenomen. Voor veel mensen geldt dat het inkomen op latere leeftijd bestaat uit een maandelijkse AOW-uitkering en misschien een (werkgevers) pensioenuitkering en / of lijfrente. Hoe lager het inkomen, hoe lager de eigen bijdrage. Andersom precies hetzelfde systeem: hoe hoger het inkomen, hoe hoger de eigen bijdrage.

Eigen woning

Grote kans dat degene die in een verzorgingstehuis gaat wonen nog een eigen huis of appartement heeft. Dan zijn er twee situaties te bedenken:

  • De persoon die in het verzorgingstehuis wordt opgenomen heeft nog een partner die in de eigen woning blijft wonen. In dit geval blijft de waarde van de eigen woning helemaal buiten beschouwing voor de berekening van de eigen bijdrage;
  • De tweede situatie is die waarin de persoon die in een verzorgingstehuis gaat wonen nog eigenaar blijft van de woning. In de eerste drie jaar van opname in het verzorgingstehuis blijft dan de waarde van de eigen woning buiten beschouwing voor de berekening van de eigen bijdrage.

Woning verkocht

Indien de persoon die in een verzorgingstehuis wordt opgenomen voor deze opname de woning heeft verkocht dan kan er, na aflossing van een eventuele hypotheek ineens een groot bedrag aan spaargeld zijn. Stel dat dit vermogen op een spaarrekening staat. Voor de berekening van de eigen bijdrage wordt ervan uitgegaan dat over het bedrag boven de €25.000 op jaarbasis 4 % tot het inkomen moet worden gerekend.

Stel dat er een vermogen is van €100.000. Dan geldt eerst de vrijstelling van €25.000. Voor de overgebleven €75.000 wordt ervan uitgegaan dat 4% = €3000 tot het inkomen moet worden gerekend. Deze €3.000 moet dan worden opgeteld bij de andere inkomsten zoals AOW en pensioen. Het totale bedrag bepaalt dan de hoogte van de eigen bijdrage.

Deze rekenwijze telt ook voor de alleenstaande die in een verzorgingshuis wordt opgenomen en die al die jaren een eigen woning blijft bezitten. De eerste drie jaar wordt de waarde van de woning niet betrokken bij het bepalen van het inkomen. Na deze drie jaar wel en dan via de bepaling dat 4 % van de waarde per jaar geacht wordt inkomen te zijn.

Conclusie

De conclusie is dat de al dan niet al verkregen waarde van de eigen woning niet eerst gebruikt hoeft te worden om de kosten van de opname in het verzorgingstehuis te financieren voordat de overheid deze kosten voor haar rekening neemt.